
Je denkt misschien dat perfectionisme iets goeds is. Iets wat je helpt. Iets wat bewonderd wordt. Het klinkt netjes, strak, onder controle. Tot je merkt dat je perfectionisme op een dag iets anders wordt. Iets dat je wakker houdt. Iets dat je lichaam laat trillen als niemand het ziet.
We doen soms alsof perfectie een soort ruggengraat is. Een vorm van discipline. Maar in het echt? Het zit in kleine dingen. In een mailbox die nooit leeg mag zijn. Een rapport dat altijd nog beter kan. Een huis waar niks mag blijven slingeren en dat er perfect uit moet zien op het moment dat je de deur achter je dichttrekt.
En precies dat wil ik in dit artikel uitleggen. Hoe perfectionisme stilletjes verandert. Hoe het je lichaam binnensluipt. Hoe het brandstof wordt voor stress en uiteindelijk voor een burn-out.
Perfectionisme slaat om
Het gaat nooit in één klap. Het begint in kleine momenten. Je doet nog even iets extra. Dan nog een. Tot het normaal begint te voelen dat je avonden opoffert. Dat ontspanning iets voor later is. Dat je pas tevreden mag zijn als alles af is.
Maar perfectionisme kan iets hards worden. Een soort interne dictator. Jij legt waarschijnlijk regelmatig jouw lat behoorlijk hoog. En als je een foutje vindt, laat die stem je niet met rust. Je krijgt de veroordelingen om je oren. Je moet nog meer. Je moet beter. Je moet door. Op het eerste gezicht lijkt dat ambitie. Maar wie goed kijkt, ziet een patroon van uitputting.
Veel mannen van 30+ zitten in een soort knel. Werk, gezin, partner, hypotheek, sport, etc. Je staat midden in het leven en iedereen lijkt iets van je nodig te hebben. Het wordt snel een optelsom van rollen. En perfectionisme voelt als de lijm die alles bij elkaar moet houden. Maar die lijm droogt uit. Hij wordt breekbaar. Mannen gaan vaak te lang door. Niet omdat ze sterk zijn, maar omdat ze denken dat stoppen gelijkstaat aan falen. Soms gevoed door hun omgeving.
Wat gebeurt er in je lichaam?
Ons lichaam is namelijk zeer gevoelig voor langdurige spanning. Jarenlang te perfect proberen te zijn is geen mindset. Het is fysiologie. Je stresssysteem draait op volle toeren. Cortisol blijft hoog. Je adem zit vast. Je hartslag zakt niet meer echt. De stress draait op volle toeren.
En je merkt het in concrete dingen. Hoofdpijn. Vermoeidheid. Druk op je borst. Concentratie die wegvalt als je achter je laptop zit. Je lichaam blijft vragen om rust. Maar jij moet nog één ding afmaken.

Dan is het belangrijk om op duidelijke signalen van je lichaam te letten. Het “even doorbijten” en die “hoofdpijn hoort erbij”, zijn gedachten die niet kloppen. Ze horen er niet bij. Je lichaam geeft aan dat het constant in stressmodus staat en dat gaat het echt niet lang volhouden. Er gaat een moment komen dat het misgaat.
Belangrijke signalen zijn:
- Je wordt sneller prikkelbaar.
- Je voelt een vage druk in je nek.
- Je hebt steeds vaker hoofdpijn.
- Je komt slechter in slaap.
- Je bent vaker vergeten wat je ook alweer ging doen.
- Slapen voelt minder als opladen en meer als pauze.
Dit zijn geen dingen die je even snel oplost. Dit zijn waarschuwingslampjes van je lichaam. En geen lampjes om eruit te trekken en te negeren. Want dan loopt je motor in de soep.
Perfectionisten stoppen pas als het misgaat
Omdat het systeem gebouwd is op moeten, op presteren, geven ze niet op. Het voelt bijna vanzelfsprekend om door te gaan, zelfs als alles in je lijf allang zegt dat het genoeg is geweest. Let eens op hoeveel je van jezelf moet, op hoe vaak je jezelf toespreekt alsof je een medewerker bent die nog even extra moet leveren. En zelden sta je stil bij wat je werkelijk wilt. Dat raakt bijna op de achtergrond, alsof er geen ruimte meer voor is.
Complimenten komen niet binnen. Je hoort ze wel, maar ze blijven hangen aan de buitenkant. Waardering voelt ongemakkelijk, alsof iemand iets ziet dat jij zelf niet gelooft. En genieten van het proces… dat is bijna een vergeten taal. Je bent onderweg naar een eindresultaat dat telkens verschuift, waardoor rust nooit echt een optie wordt.
Perfectionisten stoppen niet omdat ze de grens zien. Ze stoppen omdat het lichaam die grens hard neerzet. Eerst fluistert het, dan duwt het, en uiteindelijk trekt het aan de noodrem. Niet uit boosheid, maar uit bescherming.
Ik weet dat, omdat ik het zelf meemaakte. Omdat ik precies dezelfde patronen volgde tot mijn lichaam een boodschap stuurde die ik niet langer kon negeren.

Mijn burn-out in 2018
Het leek op papier alsof ik alles op orde had. Huis. Relatie. Carrière. Een kalender die volstond en een agenda die blonk van structuur. Ik was zo iemand die zei: een burn-out, dat overkomt mij niet. Hoe onwetend was ik.
Ik werkte als een machine. Ik wilde controle houden. Ik wilde anderen tevreden houden. Ik wilde alles perfect. Alle shit op mijn pad oplossen. Ook voor anderen. En langzaam verdween het plezier uit mijn dagen. Elke taak werd een verplichting. Elke ochtend voelde als een sprint voordat de dag überhaupt begonnen was. En elke ochtend stond ik op met een batterij in het rood.
In november 2018, op een regenachtige maandag, knapte er iets. Mijn lichaam trok de stekker eruit. Niet subtiel, maar keihard. Een waas trok over me heen. Ik kon niet meer helder denken. Mijn spieren trilden. Mijn energie was weg.
Op mijn 34e zat ik thuis. Opgebrand. Uitgeput. Geen kracht meer om het masker van controle op te houden. Toen pas begreep ik waar die hoofdpijn, nekpijn en maandenlange vermoeidheid vandaan kwamen. Het was een schreeuw van mijn lichaam om verandering.
De maanden daarna stonden in het teken van vertragen. Veel rust. Veel wandelen. Veel slapen. Veel nadenken over wat ik eigenlijk voelde en wilde in plaats van wat ik vond dat ik moest doen. Ik dacht dat mijn omgeving vond dat ik het moest doen.
Coaching hielp me om mijn angsten en patronen te zien. Ik leerde grenzen. Ik leerde nee zeggen. Ik leerde dat mijn lichaam eerlijker tegen me was dan mijn gedachten.
Het was geen snelle route terug. Maar langzaam kwam er ruimte. Een nieuw begin. Mijn gezin staat nu op één. Sport en ontspanning hebben weer plek. En ja, perfectionisme steekt soms nog zijn kop op. Maar ik laat me er niet meer door leiden.

Loslaten is lastig
Loslaten voelt onveilig. Alsof iets minder goed wordt als jij er niet bovenop zit. Alsof de wereld instort als jij één stap terugdoet. Alsof alles wat je hebt opgebouwd meteen inzakt zodra jij even niet de controle vasthoudt. Dat maakt loslaten niet alleen spannend, maar bijna onnatuurlijk. Je hoofd zoekt naar redenen om toch door te gaan, nog één keer te checken, nog één detail te fixen, omdat dat veiliger voelt dan even niets doen.
Maar loslaten is geen zweverigheid. Het gaat je veel brengen. Sowieso minder stress en irritatie. Het is een spier die je traint. Een keuze die je soms meerdere keren per dag opnieuw moet maken. Kleine momenten waarin je besluit om iets niet perfect te doen. Een e-mail niet voor de vierde keer door te lezen. Een taak uit handen te geven terwijl je weet dat iemand het anders doet dan jij. Iets goed genoeg te laten zijn, ook al schuurt het een beetje van binnen.
En in die kleine momenten gebeurt iets. Je merkt dat de wereld niet instort als jij een stap terugdoet. De mensen om je heen kunnen meer dragen dan je dacht. De dingen lopen door. Het leven blijft draaien zonder dat jij overal bovenop zit. En ergens, tussen die kleine ontdekkingen door, voel je dat jij minder moe wordt. Alsof je lijf even kan uitademen. Alsof er langzaam ruimte ontstaat die er veel te lang niet is geweest.
Wat kun je doen?
Als je veel last hebt van perfectionisme, wat kun je dan doen? Het draait vooral om bewustwording. Echt kijken. Niet met de snelheid waarmee je normaal door je dag raast, maar met de traagheid van iemand die even blijft staan bij wat er eigenlijk gebeurt. Kijk eens naar je eigen agenda, taken en mindset in de dingen die je doet. Niet vluchtig, maar alsof je even inzoomt. Doe je ze omdat jij er energie van krijgt? Of doe je ze omdat andere mensen het van je vragen? Ben je bezig met het oplossen van andermans rommel, omdat jij degene bent die ‘het altijd regelt’? Of ben je aan het werk met dingen die jou energie geven, je beter maken en je laten groeien?
En misschien merk je dat er meer ‘moeten’ in je week zit dan je dacht. Dat er dingen tussen zitten waarvan je diep vanbinnen weet dat je ze doet om teleurstelling te voorkomen. Of om niet als zwak gezien te worden. Dat zijn geen kleine dingen. Dat zijn patronen die je leegtrekken.
Je kunt prima hard werken en een hoge standaard neerzetten, zonder een burn-out te krijgen. Maar dat vraagt iets anders van je dan alleen discipline. Het zit hem in bewust kiezen waar je je energie aan uitgeeft en waarom. En vooral in de mindset waarmee je dat doet. Geeft iets je positieve energie, of trekt het je leeg? Voelt het als een keuze, of als een schuld die je moet aflossen?

Luisteren naar je lichaam voordat het begint te schreeuwen is misschien wel het belangrijkste. Want je lijf praat eerder dan je gedachten toegeven. Die kleine signalen, die vermoeidheid die je wegwuift, die spanning in je schouders die je normaal niet eens opmerkt. Dat is geen ruis. Dat zijn richtingaanwijzers. En hoe eerder je ze ziet, hoe minder hard je uiteindelijk hoeft bij te sturen.
Eerlijk kijken naar je dag. Iets vaker pauzeren. Iets minder moeten. Iets meer voelen wat je lijf aangeeft in plaats van wat je hoofd eist.
Afsluiting
Perfectionisme ziet er netjes uit aan de buitenkant, maar van binnen werkt het als iets dat langzaam aan je trekt. Het stapelt spanning op in je lijf tot het een keer op is. Niet ineens, maar door al die kleine momenten waarop je voelt dat je eigenlijk al over je grens heen bent, en toch nog even doorgaat.
Die druk achter je ogen. Die vermoeidheid die niet verdwijnt. De hoofdpijn die blijft komen en de pijn in je nek. Allemaal serieuze signalen en klachten. Signalen die je niet moet negeren. Momenten waarop je gaat inzien dat het anders moet. Dat het zo niet verder kan. Dat er een andere manier van leven bestaat, een die minder trekt en minder duwt. Waar je meer in ontspanning en flow kunt leven, met meer plezier en minder stress.










